Nachtelijk avontuur in de Geelvinkbaai


Op 21 juni 1952 beleefde Toon een opmerkelijk avontuur waarvan hij hier verslag doet. Dit verhaal is ook al eens geplaatst als oproep in het militaire maandblad De Opmaat, 4e jaargang nummer 5.
Eind 2000 heeft er een oproep gestaan in het blad Checkpoint.
Er zijn toen diverse reacties gekomen, maar misschien komen er nog meer als iemand het volgende verslag leest.
Toon zou nog altijd graag mogelijke reacties krijgen en ook over de rol van "het toeval" in dit bijzondere verhaal.
U kunt Toon mailen op het volgende adres: e-mail (afmees (ad) online.nl)

Ik was mede-eigenaar van een motorboot waar wij passagiers, vracht en handel mee vervoerden in de Geelvinkbaai.
Wat wij nog nooit eerder gedaan hadden was een pleziertochtje van Manokwari naar Maripi om de familie Mulder te bezoeken. Wij hadden een paar bekenden bij ons, waaronder twee kinderen.

Op de heenweg passeerden wij een zeer grote prauw met een ingebouwde vrachtwagenmotor en een volgprauwtje.
Aan boord waren een aantal militairen en papoea's die zouden gaan jagen bij Andai.
Zij kwamen slechts moeizaam vooruit.
Na het bezoek aan de familie Mulder, toen het inmiddels donker was geworden en er een sterke landwind was gaan waaien en wij ongeveer halverwege Manokwari waren zag ik lichtspoormunitie afschieten richting open zee.
Ik zei dit tegen mijn compagnon die aan het roer stond, en die zei: "je zal wel een vallende ster gezien hebben".
Maar een vallende ster gaat naar beneden en niet omhoog.
Kortom, ik kreeg hem zover dat we die richting op goed geluk opvaarden.
Toen werd er weer lichtspoormunitie afgeschoten.
Na ca 30 - 40 minuten zagen we ook zaklantarens en vroeg ik in het maleis: "wie zijn jullie?" Het antwoord was: "Hier kapitein ...... (naam vergeten), wij zijn omgeslagen".
Groot was onze verbazing toen we in het licht van onze schijnwerper de grote prauw zagen die omgeslagen was en waar de militairen en de papoea's opzaten die wij 's middags gepasseerd waren.
Wij hebben ze allemaal (met de boeg in de wind, want langszij komen ging niet vanwege de drijvers van de prauw), kunnen redden.
Ondertussen waren wij ver afgedreven.
Terugvarende naar Manokwari om het eiland Mansinam heen, werd ons verteld dat een sergeant met het volgprauwtje hulp zou gaan halen, toen zij omgeslagen waren.
Die is echter nooit aangekomen en ook nooit meer gevonden.
Wij hebben nog drie dagen gezocht zonder resultaat.
Had ik de lichtspoorkogels niet gezien, dan waren ze allen omgekomen.

Wat mij nu nog steeds intrigeert, is de vraag: "was dit uitstapje toeval - want we deden nooit zoiets - of moesten wij op bezoek met een voorbestemd doel ?"
Ik wil nu aan de geredden vragen hoe zij dit avontuur hebben beleefd.

Nu mijn oproep:

Willen de militairen die gelegerd waren in Manokwari 1951/1952 en die het bovenstaande hebben meegemaakt, reageren: e-mail (afmees (ad) online.nl)
Op een zeer donkere avond met veel landwind is een prauw omgeslagen en afgedreven naar open zee.
De militairen die hierop zaten zijn gered door een toevallig passerende motorboot.

index

HOME