druivenvan druif tot resveratrol |
Druiven worden van ouds her en nog altijd aan zieke mensen gegeven.
Wijn was in vroegere tijden belangrijker als geneesmiddel dan als drank.
Het was een geneesmiddel om lichamelijk aan te sterken.
Bovendien een desinfecterend middel dat men voor de
desinfectie van wonden gebruikte.
Men verdunde de wijn met water en dat werd dan gebruikt voor een
betere spijsvertering.
Men gebruikte het voor de genezing van inwendige zweren.
Als basis voor een kruidendrank was en is wijn heel geschikt.
Ook kent men de druivenkuur waarbij men gedurende een bepaalde periode alleen maar druiven eet
die men over de dag heen verdeelt.
Verder eet men dan helemaal niets.
Ook kan men besluiten alleen het druivensap te gebruiken.
De werking is bloedzuiverend.
Indicaties voor het gebruik van een kuur met druiven of sap kunnen zijn:
ziekten van de spijsverteringsorganen, lever en galkwalen, verstopping, ziekten van blaas
en nieren, jicht, reuma, zenuwontsteking, huidproblemen, vermoeidheid, nervositeit, vetzucht,
hoofdpijn, oorsuizingen, verstopte neus, tranende ogen.
Allemaal dingen die verbeteren bij het kuren met druiven.
Men moet er echter wel rekening mee houden dat klachten als hoofdpijn eerst kunnen verergeren,
zoals vaak voorkomt bij een vastenkuur.
De druivenkuur werd op een gegeven moment nieuw leven in geblazen door een zekere Johanna Brandt
die in 1876 in Zuid Afrika geboren werd en van beroep verpleegster was.
Zij kreeg maagkanker en wilde geen traditionele behandeling ondergaan zoals haar
moeder die ook aan kanker leed en waarbij die behandeling geen succes had.
De prognose van Johanna luidde: nog zes weken te leven.
Johanna begint met vastenkuren.
Dieren in de natuur vasten immers ook als ze ziek zijn.
Ze doet kuur na kuur en neemt daarbij waar dat haar tumor afneemt.
Ze raakt hier echter zelf uitgeput van op den duur.
Echter wat ook opvalt is dat de tumor weer toeneemt als zij weer normaal gaat eten.
Zij komt op het idee om te gaan kuren met druiven.
Dit hield ze veel beter vol en ze raakte hierdoor niet meer uitgeput.
Het effect van het vasten met druiven was hetzelfde, de tumor slonk, echter haar conditie
bleef hierdoor goed en ze genas volkomen.
Ze leefde nog 40 jaar nadien en ze werd 87 jaar.
Een vastenkuur, of het nu met druiven is of op een andere manier
bouwt men altijd op en weer af.
Men moet rekening houden met de toxinen die afgescheiden worden en die klachten kunnen
veroorzaken. Voor het afvoeren van toxinen is het drinken van schoon water een mogelijkheid.
Als het om een kuur met druiven gaat of ander fruit is het aan te bevelen het water
buiten de fruitmaaltijd om te gebruiken.
Darmspoelingen (klisma's) met lauw water is ook een mogelijkheid om toxinen in de darm
weg te werken zodat ze niet opnieuw worden opgenomen.
Bij het volgen van een druivenkuur neemt men om de paar uur een maaltijd met druiven.
De druiven moeten goed gewassen worden, maar nog beter is het druiven van biologische teelt
te eten i.v.m. de vele bespuitingen van tegenwoordig.
Men kan dit dan enkele weken tot een maand volhouden.
Men moet er dus rekening mee houden
dat men zich gedurende een periode ziek kan gaan voelen i.v.m. de toxineafscheiding.
Hoe lang dit duurt kan van persoon tot persoon wel wat verschillen, gewoonlijk zal dit maximaal
tien dagen kunnen duren. (zie ook het verhaal over de homotoxineleer)
Dit is belangrijk om te weten opdat men de kuur niet voortijdig zal afbreken.
Na een maand uitsluitend druiven kan men geleidelijk aan weer wat meer voedsel toevoegen, zoals
wat ander fruit, biogarde-yoghurt, kwark. Men blijft echter veel druiven eten.
Dit houdt men weer een tijd lang zo vol en dan breidt men de maaltijden weer wat uit
en schakelt men verder geleidelijk aan over op rauwe groenten en fruit.
Ik wil hierbij verwijzen naar het stukje over "levend voedsel" waarin de inzichten van
Kirstine Nolfi staan vermeld alsmede een vertaald artikel van haar eigen hand.
Omdat ik speciale interesse heb in hersentumoren wil ik vooral graag ervaringen lezen van
mensen die zoiets hebben overleefd en wat ze zeggen daarvoor te hebben gedaan.
In een boekje "De druivenkuur" (zie literatuur) staan enkele kleine verslagen van genezingen
die oorspronkelijk uit het boek van Johanna Brandt komen.
Het stukje over de hersentumor wil ik dan graag hier overnemen:
"Ik heb vier jaar lang aan een hersentumor geleden, maar tot mijn grote vreugde kan ik
zeggen dat de tumor verdwenen is dank zij de druivenkuur
Ik ben door een van de beste hersenspecialisten in de Verenigde Staten geopereerd.
Na de operatie stuurde hij me naar huis om te sterven.
Ik ben een druivenkuur gaan doen, aangevuld met zonnebaden en hydrotherapie.
De tumor is volledig verdwenen.
Ik ben zo gelukkig dat ik het aan de hele wereld zou willen vertellen."
Het is natuurlijk jammer dat men zulke verwijzingen toch vrij sporadisch tegenkomt.
Toch lijkt het me belangrijk dergelijke aanwijzingen niet te negeren.
In het lijvige boek "Retrospectief onderzoek naar de effectiviteit van de Moermantherapie
bij kankerpatienten" kan men ook nog een verwijzing vinden in de richting van de druif.
Het gaat hier om een jongen die geboren werd in 1962. In 1972 kreeg deze jongen klachten,
werd geopereerd en nabestraald.
Hij bleek een astrocytoom graad 4 te hebben.
Verder kregen de ouders de mededeling dat de jongen waarschijnlijk nog een maand of drie
te leven had. (Voor een uitgebreider verslag kan men dit in het boek lezen, casus 18).
De moeder probeert het Moermandieet als laatste kans en de jongen geneest volledig. (1988)
Wat betreft de druiven, citeer ik:
Patiëntje heeft de Moermantherapie gedurende 5 jaar heel stipt gevolgd.
Hij zondigde niet en ging zich vooral te buiten aan:
"buitengewoon veel druiven en veel bosbessensap"
Nu, weer zovele jaren later, blijkt er een stof in druiven en ook in rode wijn voor te komen,
een flavonoïde die men resveratrol noemt en die kankerpreventieve eigenschappen
blijkt te hebben. In de orthomoleculaire kanker therapie wordt dan ook resveratrol ingezet,
maar dan in een hoger geconcentreerd preparaat.
In de traditionele geneeskunde van Japan en China wordt resveratrol gebruikt d.m.v. kruiden
waar dezelfde stof in voorkomt. Men heeft ontdekt dat in de wortels van de plant
Polygonum Cuspidatum (Japanse duizendknoop) erg veel van deze stof voorkomt
en uit deze plant maakt men
tegenwoordig het resveratrol-preparaat. De inhoud van 1 capsule van het preparaat
resveratrol komt overeen met de hoeveelheid die in 10 tot 20 liter rode wijn wordt
aangetroffen.
Resveratrol kan o.a. worden ingezet bij:
niet-toxische tumortherapie
hart- en vaatziekten
atherosclerose
te hoog cholesterolgehalte
Alzheimer
Parkinson
remming van ontstekingsprocessen
bestrijding van schimmelinfecties.
Voor verdere en uitgebreidere informatie kan men bij de literatuur kijken.
Ook is er in de diverse zoekmachines veel informatie te vinden over resveratrol
en de onderzoeken daarna die nog meer informatie geven.