De homotoxineleer is ontwikkeld door de twee broers en artsen Reckeweg.
Zij beschrijven in hun leer in feite de weg die een mens gaat van gezond naar ziek en omgekeerd.
In de natuurgeneeskunde is dit een belangrijk gegeven omdat men hiermee tijdens een
natuurgeneeskundige behandeling goed kan waarnemen in welke fase van een proces men zit.
Reckeweg beschrijft twee fasen die ieder weer onderverdeeld zijn in drie fasen.
De twee hoofdfasen zijn:
De humorale fase
Hier overheerst het excretieprincipe, d.w.z. de uitscheiding van ziektestoffen.
Er zijn hier nog geen enzymbeschadigingen.
Het zelfgenezende principe heeft hier nog een gunstige prognose.
De cellulaire fase
Hierbij wordt de celstructuur aangetast.
Er treden beschadigingen op aan organen.
De prognose wordt al minder gunstig.
De zes fasen zijn:
excretiefase
reactiefase
depositiefase
---------------
impregnatiefase
degeneratiefase
neoplasmafase
excretiefase
Hier verstaat men onder dat via de normale uitscheidingswegen, buiten de gangbare
stofwisselingsprodukten, extra afvalstoffen worden geloosd zoals via transpiratie, urine,
talgafscheiding, menstruatie, zuur, slijm, traan, etc.
In deze fase kan er gewoon een acute ziekte optreden zodat het lichaam gedwongen wordt
tot vasten (men heeft geen trek).
Er kan koorts optreden, een verkoudheid, hoest, traanvocht, de huid kan extra vet zijn,
soms diarree of overgeven.
Als dit alles normaal verloopt en men ziekt gewoon even uit, is er niets aan de hand.
Alle uitscheidingsziekten in deze fase zijn in feite reinigingsprocessen.
respons of reactiefase
In deze fase vindt er een abnormale uitscheiding plaats als reactie op het tekortschieten
van de excretiefase.
Wat men dan vaak ziet is een nog sterkere slijmproduktie en er komen ontstekingen die
immers de uitscheiding bevorderen.
Er is etter, huiduitslag, bindweefselontsteking, maag-darm-blaas-ontstekingen,
colitis, hepatitis, arthritis, nefritis, neuritis, etc.
Alles wat eindigt op "itis" (ontstekingen dus) valt onder de reactiefase.
Dit alles is een noodkreet om zuiver bloed.
depositiefase
Dit noemt men de afzettings- of verslakkingsfase.
Hier spreekt men ook van de pseudostille fase.
Pseudostil omdat we in ons lichaam eerst weinig bespeuren.
Het lichaam is hier niet meer in staat zijn slakken uit te scheiden.
Het lichaam zet ze af in de weefsels.
Het lichaam bouwt die afzettingen op in het minder belangrijke vet- en bindweefsel.
Het lichaam zoekt steeds zijn weg en zal zo lang mogelijk de belangrijkere organen sparen.
In deze fase ontstaan huidverontreinigingen, leverpigmentvlekken, gal- en nierstenen,
jicht, oedeem, vetkussens, cysten, myomen, grauwe staar, lichte aderverkalking.
In deze fase krijgt men ook vaak verkoudheden i.v.m. de ongunstige toestand van
de lichaamsvochten. Het lichaam verzet zich tegen het vuil en bereikt met een
uitscheidingsfase een reiniging.
Het is ook in deze fase waarin mensen dan soms ook zeggen nadat
na verloop van tijd een ernstige ziekte is uitgebroken: "Hoe kan dat nou, ik was nooit ziek."
Deze pseudostille fase kan een hele tijd duren, want het lichaam kan zijn opslagplaats
voor toxinen nl. vergroten door meer vetweefsel.
-----------------------------------------------------------------------------------------------
impregnatiefase
Hier zitten we dan al in het begin van het cellulaire stadium.
Het celsysteem wordt nu in de processen betrokken.
Hierbij treden beschadigingen in organen op, zweren aan maag en darm, leverschade,
gebreken aan de hartkleppen, opgezette lymfeklieren, vooral ook ziekten waarbij men al
een gewijzigde celstructuur kan aantonen.
De benamingen van de ziekten die bij dit stadium horen eindigen op "pathie", zoals
myocardiopathie (hartspierzwakte), spondylopathie (vergroeiing van de rugwervels).
degeneratie of ontaardingsfase
In dit stadium is er onherstelbare schade aangericht.
De beschadigingen in de cellen gaan nu over in ontaarding van de weefselstructuur.
Men ziet dan ziekten als cirrose (schrompeling van organen, begint met woekering van
bindweefsel dat later gaat schrompelen, waardoor de cellen van het aangetaste orgaan
te gronde gaan en zich gaan verharden, denk aan verschrompelde nieren),
multipele sclerose, blindheid, doofheid, etc. vallen ook in dit stadium.
kanker- of neoplasmafase
Neoplasma betekent nieuwvorming.
In deze fase is door de aantasting van de cel het vermogen tot stopzetten van
de celdeling verloren gegaan en er ontstaat dan wildgroei.
Aan de hand van de bovenvermelde zes fasen van Reckeweg kan men in de natuurgeneeskunde
kijken wat er gebeurt nadat een behandeling is gestart.
De behandeling beoogt een teruggang naar voorgaande stadia, waarbij ook de klachten die
bij het betreffende stadium horen weer naar voren kunnen komen zodat men die nogmaals
zal doormaken. Tijdens een behandeling kan men symptomen hebben van verschillende fasen.
Een natuurgeneeskundige behandeling is er in eerste instantie op gericht een
uitscheidings- of acute fase te bereiken.
Het is dan niet de bedoeling dat men wederom de symptomen koste wat kost gaat
onderdrukken. Uiteindelijk is ook koorts een poging bakteriën en virussen te
verbranden en te elimineren.
De reinigingsorganen zijn hierbij de lever, nieren, darmen, huid en longen.
Men zal dan ook, al naar gelang de ziekte, hierop gaan werken door middel van
kruiden of talrijke andere methoden.