Procesverbaal van het ongeluk

(één van de toen opgemaakte procesverbalen van het ongeval met de prauw)


Vervolgens hebben we voor ons doen verschijnen, dpl. (dienstplichtig) Korporaal v.d. Laan, Berend, legernummer 300106044, ingedeeld bij het Detachement Manokwari, thans verblijfhoudende in het Gen. Swart kamp, die ons verklaarde: "We zijn die zaterdagmiddag vroeg naar het strand gegaan, maar toen we er kwamen bleek de boot droog te liggen. Daardoor konden we eerst om ongeveer half zes - zes uur vertrekken. Het was tamelijk rustig toen we weggingen en we dachten zelfs niet aan de mogelijkheid van omslaan. Niemand dacht eraan. We waren met 21 man en we zouden gaan jagen en ik geloof ook hout halen. Hoe verder we de zee opgingen, des te woeliger werd de zee, maar de boot lag helemaal stabiel. We hadden ongeveer een uur gevaren toen de kleine prauw losraakte. We zijn gedraaid om hem op te pikken en weer verder gegaan.
Kort daarop werd de motor afgezet omdat de waterpomp kapot was. Het was gauw weer voor elkaar en we gingen weer verder. Vlak daarna sloeg de motor af en bleek dat er geen benzine meer in de tank was. Toen is er een jerry-can doorgegeven van voren naar achteren - er werd helemaal niet bij gelopen - en werd de tank bijgevuld. Daarna ging soldaat de Haay M.R. in het gat om te slingeren, maar de motor deed het niet.
Toen ben ik gaan slingeren, maar ook dat had geen resultaat. Intussen was de boot iets gedraaid en kreeg de golfslag van opzij, aan stuurboord. Toen ik weer boven stond en net weer naar beneden wilde gaan om het weer te proberen, kwam de stuurboordkant plotseling omhoog. Iemand riep nog "pas op", maar het was al te laat. Ik kon tegen de beweging van de boot in, omhoog klimmen, kon de drijver pakken en droog op de bodem klimmen. Ik kon dit doen omdat de boot geheel rustig en gelijkmatig draaide tot hij geheel omgedraaid was. Het was echter wel te snel om het evenwicht nog te herstellen. Ik zag toen dat er een man of drie in de kleine boot was gekropen. Ook hingen er verschillende mannen aan een drijver, die ik toeriep om op de boot te komen. (Naast de getypte tekst staat nog met de hand geschreven: een woord doorgehaald en veranderd en getekent door Olt (onder luitenant) A.F. Poules) (dit is een waarmerk dat er een woord veranderd is in de tekst). Toen zag ik de kleine boot met Sgt. Hoeberigs langs mij gaan en in de richting van de kust varen. Iemand riep nog: "moeten er geen twee man roeien", maar hij antwoordde dat er maar één roeispaan was. De majoor riep toen nog: "dan neem je maar een stuk hout".
Niettemin ging hij toch door en na een kwartiertje kon ik hem niet meer zien. Ik vond dat de golven op dat moment wel wat te hoog waren naar verhouding van die kleine boot. Het was maar een kleine pestboot, maar toch was ik niet bang dat hij de kust niet kon halen, want zover ik hem kon volgen ging alles goed.
Ze hebben toen met flashlights S.O.S. geseind. Overal heen, omdat we veel lichten om ons heen zagen. Ook voer er een boot met een tamelijk groot licht in de verte langs, maar die merkte ons niet op. Iemand had lichtspoorpatronen bij zich en stelde voor om ze af te schieten. De majoor zei echter om dat niet te doen, maar later zei hij: "Laten we het toch maar doen, want als van Dijk het ziet, vermoedt hij wel dat er iets is". De boot van Dhr. van Dijk voer ons nl. even te voren, toen het nog licht was, achterop en ging in de richting van Maripi. Even na het afschieten zag ik inderdaad een rood lichtje langs de kust varen. We seinden ook nog met flashlights en na een tijdje zag ik dat het licht op ons afkwam.
Het bleek de "Woelwater" te zijn en na een keer om ons heen gedraaid te zijn kwam hij aan de punt van de omgeslagen boot liggen en nam ons aan boord. Hierna zijn we direct teruggevaren naar Manokwari. Hier kwamen we ongeveer half elf - elf uur aan, hebben toen bij Dhr. van Dijk koffie gedronken in afwachting van de jeep van de Majoor en zijn toen naar het kampement gebracht, waar we droge kleren hebben aangetrokken. Daarna zijn de majoor en ik weer terug gegaan, weer op de "Woelwater" gestapt en terug gevaren. We hebben toen een heel stuk afgezocht, ook nog vlak bij de kust geweest, maar niets gezien. We zochten zowel naar de boot als naar de kleine prauw. Toen we niets konden vinden, zijn we teruggekeerd en waren om een uur of drie weer in het kampement terug. De patrouille van Korporaal Kpl. Hupp. kwam ook net terug en ik ben toen op bed gaan liggen en heb me om vijf uur weer laten wekken door de wacht. Ik had nl. afgesproken met één van de bemanningsleden van de "Woelwater" om, zodra het licht was, er weer op uit te gaan. Toen we uitvoeren, ongeveer zes uur, werd het al zo'n beetje licht. We hebben toen de hele strook afgezocht. We hebben de zee van kust tot eiland (Mansinam) doorkruist tot in volle zee, zijn om het eiland heen gegaan, maar vonden niets. Om een uur of negen waren we hier terug en toen ben ik vlak daarop met Sergeant Kraus op patrouille geweest naar Maripi. Ook dit gaf geen resultaat. Verder heb ik hier niets aan toe te voegen.

Voorgelezen, volhard en getekend,
B. v.d. Laan.
(dpl.Kpl. nr300106044)

Victor de la Sencerie, korporaal v.d. Laan en de weduwe van Sergeant majoor administrateur J. Smith hebben allen gereageerd op het verzoek van Toon om deze procesverbalen in z'n totaliteit op internet te kunnen plaatsen. Zie onderaan bij het 3e procesverbaal.

index

HOME