Quercetine is één van de stoffen die ik aan Frank geef.
De stof quercetine valt onder de bioflavonoïden en in de natuur wordt het meestal
samen met vitamine C aangetroffen.
Men vindt het vooral in uien, knoflook, broccoli, boerenkool, sperziebonen, tuinbonen, rode wijn,
druivensap, pompoen,citrusvruchten, bessen, grapefruit.
Volgens dr. Houtsmuller is het eten van vooral veel grapefruit heel belangrijk omdat het een
bepaald
enzymsysteem in de lever stimuleert en dit neutraliseert veel giftige stoffen en dat is
erg belangrijk.
Biofavonoïden, waar quercetine dus één van is, evenals bijvoorbeeld
rutine, een andere bioflavonoïde, staan bekend om hun versterkende werking op de
capillaire bloedvaten (haarvaten, de kleinste vertakkingen van de bloedvaten).
Vanwege deze werking wordt het ook gebruikt ter voorkoming van het soms snel ontstaan van
blauwe plekken. De stof quercetine heeft nog veel meer eigenschappen.
Het vermindert allergische reacties, is ontstekingswerend, het voorkomt staar bij
diabetes, heeft zelfs een pijnstillend vermogen, voorkomt stijfheid, versterkt het
bindweefsel en heeft een beschermende werking op tandvlees.
Bij onderzoek is aangetoond dat het ook nog een anti-virale werking heeft.
Om ontstekingswerende eigenschappen te versterken kan men goed enkele voedingsstoffen
combineren, bijvoorbeeld vitamine C met bioflavonoïden, zoals quercetine en rutine
in combinatie met bromelaïne. (dit noemt men synergisme, een combinatie van middelen
die elkaar in hun werking versterken),
zie ook bij: ananas.
Als supplement wordt quercetine in combinatie met vitamine C gegeven.
In het algemeen adviseert men een inname van 500 mg quercetine dagelijks.
dr. Houtsmuller adviseert 3 x 3 capsules van 200 mg. per dag.
Omdat supplementen nooit exact het levend voedsel kunnen evenaren spreekt het voor zich dat
het verstandig is zo veel als mogelijk de dingen die van belang zijn in de dagelijkse
voeding te verwerken.