Omdat rode bieten in de biologische kankerbehandeling altijd vermeld
worden als natuurlijk medicament, is het hier de plaats de rode biet eens nader
onder de loep te nemen. Rode bieten staan erom bekend dat ze het immuunstelsel
stimuleren en kankerbestrijdende stoffen bevatten. Laten we in de eerste plaats
eens kijken naar de rode kleur van de biet, welke kleurstof men
anthocyaan noemt. Denk eens aan de blauwe druif in het artikel over
druiven in dit werkboek. Ook hier is dezelfde blauwe kleurstof aanwezig en ook
hier werd de druif aanbevolen bij de natuurlijke behandeling van kanker. In het
algemeen kan men dus ook zeggen dat vruchten met rode, violette en blauwe
kleurstoffen anthocyaanhoudend zijn. Let hier eens op bij uw
voedselkeuze. De rode kleurstof bevordert in ieder geval de celademhaling en
celstofwisseling. Het is bekend dat kankercellen zich vooral kunnen ontwikkelen
in een zuurstofarm milieu, dus draagt de biet ertoe bij dat de kankercel met
meer zuurstof wordt omgeven. Hieruit kan men dus ook afleiden dat veel beweging
in een gezonde buitenlucht en een bewust goede ademhaling van belang zijn. Ook
is empirisch vastgesteld dat het regelmatig drinken van bietensap bij leukemie
het bloed verbetert. Vermeldenswaard is misschien nog dat de rode anthocyaan
kleurstof in de verschillende vruchten vaak nog wordt versterkt na de eerste
nachtvorst. Verder zegt men dat de anthocyanen een natuurlijke
bescherming geven bij hart- en vaatziekten, de "slechte" vormen van
cholesterol bestrijden en meehelpen bij nachtblindheid (denk hierbij ook
aan bosbessen).
Men onderscheidt twee soorten cholesterol, de goede en de slechte:
De
lagedichtheid-lipoproteïnen oftewel LDL brengen het cholesterol naar de weefsels
en dit LDL-cholesterol zet zich gemakkelijk af in de vaatwanden, waardoor het
bijvoorbeeld aderverkalking bevordert. Dit LDL noemt men dan ook de slechte
cholesterol.
De hogedichtheid-lipoproteïnen oftewel HDL genaamd verwijderen juist het cholesterol uit de bloedvaatwand en voeren het dan af naar de lever, alwaar het wordt afgebroken.
We gaan door met de rode biet en zijn inhoudstoffen: rode bieten bevatten kalium.
kalium
- helpt de chemische balans van het lichaam te bewaren.
- is betrokken bij de regulering van de hartslag
- reguleert de
bloeddruk
- is belangrijk voor de regulering van de vochthuishouding en
werkt samen met natrium
- heeft een gunstig effect op de zenuwfunctie
(overdracht zenuwimpulsen, spierbewegingen)
- is ook betrokken bij de
regulatie van de bloedsuikerspiegel
- helpt mee het zuur/base-evenwicht te
reguleren
- bevordert de verwijdering van afvalstoffen uit het lichaam door
stimulering van de nieren
Een kaliumtekort komt in normale omstandigheden eigenlijk niet voor. Alleen bij mensen die plaspillen gebruiken, overmatig laxeermiddelen gebruiken, ernstige diarree hebben of hevig moeten braken kan het voorkomen. Bij sporters zou een kaliumtekort vermoeidheid en spierkrampen kunnen geven, echter daarvoor kunnen ook andere oorzaken zijn.
Een teveel aan kalium kan ontstaan doordat de nieren niet goed functioneren.
Het is niet verstandig kaliumtabletten te gebruiken. De oplossing is het gebruik van een goede voeding met veel groenten en fruit. Kook dus nooit aardappelen en groenten in te veel water. Er gaat dan veel kalium verloren door het afgieten van het water.
Calcium
Een volgende inhoudstof van de rode biet is: calcium
Calcium is het mineraal waar onze botten en tanden uit bestaan en
kan in het lichaan alleen goed worden opgenomen als er voldoende vitamine D in
het lichaam aanwezig is.
De functie van calcium is:
- zorgt voor
het behoud van krachtige botten en tanden (calcium en fosfor werken samen).
- zorgt voor het regelmatig kloppen van het hart (werkt samen met
magnesium).
- heeft een gunstig effect op de bloeddruk.
- het voorkomt
slapeloosheid.
- speelt een rol bij de stofwisseling van ijzer in het
lichaam.
- helpt het zenuwstelsel (vooral bij het overbrengen van impulsen).
- is betrokken bij het reguleren van het zuur/base evenwicht.
Calciumtekort veroorzaakt engelse ziekte (rachitis), botverweking (osteomalacie), osteoporose (ontkalking van het bot), terwijl men ook de bovenvermelde functies van calcium in ogenschouw moet nemen.
Magnesium
Vervolgens bevat de rode biet magnesium en gezien het bovenstaande, is
dit een mooie combinatie, want magnesium is noodzakelijk voor de stofwisseling
van vooral calcium, evenals trouwens vitamine C, fosfor, natrium en kalium.
- magnesium is heel belangrijk voor een goede werking van zenuwen en
spieren.
- belangrijk voor de omzetting van bloedsuiker in energie
-
goed tegen stress - alcoholici hebben vaak een tekort aan magnesium.
Magnesium vindt men behalve in rode bieten ook o.a. in
vijgen, citroenen, grapefruit, amandelen, noten, zaden, donkergroene groenten,
brandnetels en appels.
Rode bieten bevatten vitamine A
- vitamine A is nuttig bij een zwak gezichtsvermogen
- bestrijdt nachtblindheid
- is van belang bij allerlei oogaandoeningen
- vergroot de algemene weerstand
- helpt bij infecties van de ademhalingswegen
- verkort de ziekteduur
- bevordert de groei
- geeft krachtige botten
- zorgt voor een gezonde huid en gezond haar
- zorgt voor sterke tanden en tandvlees
- zorgt voor de groei en regeneratie van weefsels
Vitamine A vindt men behalve in rode bieten in levertraan, lever,
wortelen, groene en gele groenten, melk- en zuivelprodukten, margarine en
geel fruit, zoals abrikozen.
Rode bieten bevatten vitamine B1 (thiamine)
- vitamine B1 bevordert de groei
- is behulpzaam bij de vertering van koolhydraten
- bevordert het geestelijk welzijn
- is van belang bij de stofwisseling van de grote hersenen
- ook van belang bij de stofwisseling van de centrale zenuwknopen
- bevorderlijk voor de spierwerking van het hart
- bestrijdt lucht- en zeeziekte
- verlicht pijn na tandheelkundige ingrepen
- helpt bij de behandeling van gordelroos
- stimuleert de aanmaak van rode bloedlichaampjes
Vitamine B1 zit behalve in rode bieten in biergist, tarwekiemen,
ongepelde rijst, volkoren meel, havermout, de meeste groenten, melk, peulvruchten,
eierdooiers, etc.
Rode bieten bevatten vitamine B2 (riboflavine)
- vitamine B2 is belangrijk voor normale groei en houdt het weefsel in stand
- goed voor gezonde huid, nagels en haar
- voorkomt gekloofde lippen, tong en mond(hoeken)
- goed voor het gezichtsvermogen, voorkomt vermoeide ogen
- speelt een rol bij de zuurstofvoorziening van het oog
- is van belang bij de stofwisseling van koolhydraten, eiwitten en vetten
- beschermt tegen bloedarmoede
Vitamine B2 zit behalve in rode bieten in melk, kaas, groene bladgroenten,
lever, vis, eieren, etc.
(Vitamine B2 lost op in kokende vloeistoffen )
Rode bieten bevatten vitamine B3 (niacine)
De functie van niacine is:
- gunstig effect op het spijsverteringssysteem
- verbetert de stofwisseling van eiwitten, vetten en koolhydraten
- zorgt voor een gezonde huid
- voorkomt of verlicht migraine
- verwijdt de bloedvaten
- verbetert de bloedsomloop
- gaat hoge bloeddruk tegen
- helpt duizelingen bij de ziekte van Menière te verminderen
- vermindert het cholesterolgehalte
Bij een tekort krijgt men huid- en slijmvliesontstekingen, dementie, slapeloosheid, spierzwakte.
Men vindt niacine in biergist, tarwekiemen, vis, lever, eieren, tomatenpuree, avocado's, peulvruchten, dadels, vijgen, pruimen, volkorenprodukten, zilvervliesrijst.
Rode bieten bevatten vitamine C (ascorbinezuur)
- vitamine C helpt wonden, verbrandingen en bloedend tandvlees genezen
- versnelt het genezingsproces na een operatieve ingreep
- voorkomt scheurbuik
- voorkomt verkoudheden, immuunsysteem stimulerend in het algemeen
- speelt een rol bij de absorptie van ijzer in het lichaam
- vermindert het ontstaan van bloedproppen in de aderen
- werkt als natuurlijk laxeermiddel
- gaat de vorming van nitrosaminen tegen (kankerverwekkende stoffen)
- versterkt het bindweefsel (collageen)
- is een antioxidant
- heeft een ontgiftende werking
- helpt bij stress (stress put nl vitamine C uit
- elke sigaret vernietigt 25 mg vitamine C
- wordt aanbevolen als preventief middel tegen wiegedood
- biedt bescherming tegen kankerverwekkende stoffen
- enzovoort ...
Vitamine C zit behalve in rode bieten in citrusvruchten, bessen,
kiwi's, groene bladgroenten, tomaten, bloemkool, aardappelen, koolsoorten, etc.
Rode bieten bevatten erg veel vitamine P (dat omvat vitamine C-complex, bioflavonoïden, rutine, hesperidine en nog 6 andere bioflavonoïden). Dit zijn belangrijke stoffen die noodzakelijk zijn voor de juiste functionering en absorptie van vitamine C. Flavonoïden zijn de stoffen die de gele en oranje kleur aan citrusvruchten geven. Het is heel belangrijk wanneer men vitamine C gebruikt, ook deze vitamine P-stoffen binnen te krijgen.
De functies van vitamine P:
- verhindert dat vitamine C oxydeert en vernietigd wordt
- versterkt de wanden van de haarvaten
- voorkomt blauwe plekken
- helpt weerstand opbouwen tegen infecties
- voorkomt en geneest bloedend tandvlees
- verhoogt de werkzaamheid van vitamine C
- helpt bij de behandeling van oedeem
- helpt bij duizeligheid ten gevolge van aandoeningen van het inwendige oor
Vitamine P vindt men in :
De pit en het witte vruchtvlees van citrusvruchten, rode bieten, rozebottels, kersen, zwarte bessen, druiven, boekweit, appels, propolis, etc.
Rode bieten bevatten betaïne en dat behoort tot de lipotrope stoffen. De belangrijkste functie van een lipotrope stof is het verhinderen van ophopingen van vetten in de lever. Lipotrope stoffen vergroten de produktie van lecithine door de lever, waardoor het cholesterol beter oplosbaar blijft. Betaïne ontgift de lever en vergroot de weerstand tegen ziektes, omdat ze de zwezerik (thymus) stimuleren bij de produktie van antistoffen. Andere lipotrope stoffen zijn methionine, choline en inositol. Betaïne versterkt ook het spijsverteringproces.
Rode bieten bevatten ijzer.
Weliswaar niet in grote hoeveelheid, maar het ijzer uit de rode biet wordt een stuk beter opgenomen dan ijzertabletten.
De functies van ijzer:
- speelt een rol bij de groei
- versterkt het immuunsysteem
- voorkomt vermoeidheid
- geneest en voorkomt bloedarmoede t.g.v. ijzergebrek
- zorgt voor een gezonde huidskleur
- aanmaak van hemoglobine
- zuurstoftransport via de rode bloedcellen
- nodig voor de stofwisseling van vitamine B-complex
- betrokken bij de eiwitstofwisseling
- vitamine C bevordert de opname van ijzer
Ijzer vindt men in broccoli, bloemkool, gedroogde perziken, pompoen, eierdooiers, noten, bonen, asperges, melasse, havermout, tomaten, citrusvruchten, rood vlees, rauwe mosselen, hart en lever.
Oxaalzuur zoals men in spinazie en rabarber aantreft, bemoeilijkt de opname van ijzer, evenals fosforeiwitten in eieren en fytinezuur in ongezuurd tarwemeel
Lees ook eens het wat uitgebreidere artikel over ijzer in dit werkboek
Rode bieten bevatten mangaan.
Mangaan activeert de enzymen die nodig zijn voor de juiste verwerking in het
lichaam van biotine, vitamine B1 en vitamine C.
Mangaan is ook nodig voor een goede botstructuur en de vorming van
thyroxine, het belangrijkste hormoon dat door de schildklier wordt geproduceerd.
Het is belangrijk voor de vruchtbaarheid en het normaal functioneren van het
centrale zenuwstelsel. Het verdrijft vermoeidheid, heeft invloed op de spierreflexen
en verbetert het geheugen. Het is nodig voor de omzetting van koolhydraten
en reguleert de bloedsuikerspiegel.
Bij gebrek aan mangaan kan men een stoornis krijgen in de spierreflexen (ataxie) en
duizeligheid en mentale afwezigheid kan ook een gevolg zijn van een tekort.
Mangaan vindt men vooral in rode bieten, noten, groene bladgroenten,
erwten, eierdooiers en volkorenprodukten.
Rode bieten bevatten foliumzuur.
Foliumzuur is een onderdeel van vitamine B-complex en is essentieel voor de produktie van rode bloedlichaampjes. Ook speelt het een rol bij de stofwisseling van eiwitten en is belangrijk voor de deling van lichaamscellen. Het helpt ook mee suiker en aminozuren te verwerken en is belangrijk voor de produktie van nucelïnezuren (RNA en DNA).
functies van foliumzuur:
- verbetert de melkafscheiding
- beschermt tegen ingewandsparasieten
- beschermt tegen voedselvergiftigingen
- zorgt voor een gezonde huid
- is pijnstillend
- vertraagt vergrijzing, samen met pantotheenzuur en PABA
- stimuleert de eetlust bij uitgeputte personen
- helpt bloedarmoede te bestrijden
- stimuleert de produktie van rode bloedlichaampjes
- stimuleert de stofwisseling
- stimuleert de produktie van RNA en DNA
- stimuleert het immuunsysteem
- helpt bij de hersenstofwisseling
- helpt bij de functie van de lever
- foliumzuur en vitamine B12 hebben identieke functies
Foliumzuur is heel erg belangrijk bij de groei van de foetus (vermindert de kans op afwijkingen aan het ruggemerg, zoals spina bifida (open ruggetje).
Bij een tekort aan foliumzuur kunnen de volgende symptomen en/of ziektes ontstaan:
macrocytaire anemie (bepaalde vorm van bloedarmoede), vermoeidheid, duizeligheid, depressiviteit, grijze haren, angsten
Foliumzuur vindt men in: diepgroene bladgroenten, asperges, tarwe, peulvruchten, biergist, noten, broccoli, melk, sinaasappels, spinazie, volkorenbrood, peterselie, peulen, lever, oesters, zalm.
Rode bieten bevatten ook veel nitraat. Daarom is het belangrijk om vitamine C-poeder toe te voegen om de omzetting nitraat-nitriet-nitrosamine (is kankerverwekkend) te blokkeren. Nitraat, een schadelijke stof, wordt veel in groenten gevonden. Vooral in andijvie, bleekselderij, postelein, raapstelen, radijs, rode bieten, selderij, alle soorten sla, spinazie, spitskool, tuinkers, venkel. Bij al deze groenten is het dus raadzaam om er vitamine C bij te consumeren.
Rode bieten bevatten proteaseremmers.
Proteaseremmers zijn stofjes die onze verteringsenzymen blokkeren.
Proteaseremmers vindt men ook in rauwe aardappels en als tomaten nog groen zijn,
bestaan ze soms wel voor 50 % uit proteaseremmers. Het is dan ook niet raadzaam
om onrijpe tomaten te eten. Door koken verliezen de proteaseremmers hun werking.
Planten maken proteaseremmers om hun voedselvoorraden te beschermen tegen vraat.
De mens eet in feite uit de voorraden van de plant.
Voor de mens remmen ze de werking van eiwit-afbrekende enzymen (proteases zoals
bijvoorbeeld trypsine) die in de darmen het eiwit afbreken tot vrije aminozuren.
Die vrije aminozuren worden opgenomen in het bloed en door het lichaam gebruikt
voor het maken van bijvoorbeeld spiereiwitten en hemoglobine.
Een proteaseremmer zorgt er dus voor dat je het eiwit uit het voedsel niet meer
kunt gebruiken voor het onderhoud van je lichaam omdat je verteringsenzymen
niet meer werken.
Voor planten is het dus een onderdeel van hun afweer. Bladeren hebben normaal
weinig proteaseremmers. Echter als ze aangevreten worden, gaat het blad proteaseremmers
maken. Ze beschermen dus de plant. Ook bij dieren (knaagdieren, slakken, rupsen,
insekten, aaltjes,
schimmels, bacteriën, virussen, remmen ze de enzymwerking en die
zullen dus ook de vruchten niet voortijdig opeten. Kortom, de natuur zit mooi in elkaar.
Nu wil het geval dat men proteaseremmers nogal eenvoudig uit planten kan zuiveren. En in de reguliere geneeskunde maakt men dan ook gebruik van de eigenschappen van deze stof en wel als AIDS-remmer, want het blijkt dat deze stof uit planten de vermenigvuldiging van het HIV-virus remt. In geïsoleerde vorm heeft men er dus een medicament van gemaakt. De werking berust dus op een blokkade van bepaalde verteringsenzymen waardoor er geen eiwitten meer verteerd kunnen worden. De geïsoleerde proteaseremmers hebben als monotherapie een krachtige antiretrovirale activiteit (het AIDS-virus is nl. een zogenaamd retrovirus).
Ook in de biotechnologie (landbouw) worden onderzoeken gedaan omdat men hiermee op een onschadelijke manier insekten te lijf kan gaan.
Het sap van een rauwe aardappel wordt in de natuurgeneeskunde gebruikt als middel ter bestrijding van maagzuur. Daarom is het dus zo, dat men ook hier op de dosering moet letten en gaat de stelregel baat het niet, dan schaadt het niet, lang niet altijd op en méér van iets hoeft niet per definitie beter te zijn (lees ook eens het artikel over de aardappel in het werkboek).
Wortel- en bietensap wordt vaak gecombineerd als kankerremmend middel en men adviseert daar dan drie glazen per dag van.