Het is ruim vier jaar later. We zijn wederom in grote problemen, de tumor is gegroeid.
Er volgt weer een hersenoperatie. De operatie is geslaagd, maar wordt nu gevolgd door 30 keer bestraling. Bij de voorlichting over de bestraling kwamen Frank en ik er volkomen gedeprimeerd vandaan. Je kunt er blind van worden en je kunt je geheugen verliezen.
Tja, het moet gezegd worden ...
Vanaf dat moment zijn we heel erg intensief begonnen met orthomoleculaire therapie en dieet.
De neuroloog wilde standaard decadron (een soort prednison) voorschrijven, maar ik vroeg hem dat niet te doen, alleen wanneer er werkelijke problemen zouden komen.
Onze strategie was vanaf toen alles vermijden wat het immuunsysteem schade kan berokkenen.
In plaats daarvan gaf ik hem een hogere dosering enzymen.
Er zijn geen complicaties gekomen.
Na de bestraling ...
Frank is vreselijk depressief. Mijn gedachten zoeken naarstig mijn hoofd af, wat kan ik doen ?
Het wordt Thermae 2000 in Valkenburg. Vanaf die tijd gaan wij samen iedere week zwemmen in het warme zoute water, in het stoombad en in de sauna.
Het helpt Frank over zijn zware depressie heen.
Maar dan, nog geen half jaar na de bestraling wijzen de foto's uit dat de tumor wederom gegroeid is en vervolgens worden wij weer doorgestuurd voor een gesprek met de oncoloog in het AZU. Ze stellen voor, een derde hersenoperatie uit te voeren met meteen daarop een chemokuur. En dat na zo,n korte tijd, we zijn nog nauwelijks bekomen van de 2e operatie en de 30 x bestraling en de depressie.
Ik stel wat vragen: Hoeveel procent kans dat zo,n chemokuur aanslaat ?
Het antwoord was: 30 tot 40 % kans. En dan ? Waar slaat dat op ?
Het antwoord was: 3 tot 12 maanden levensverlenging.
Mijn eerste gedachte was: dat haalt hij zo ook nog wel.
"Frank we gaan hier weg"
De dokter hield ons niet tegen ...

We gaan weer vier jaar verder en vervolgen onze eigen weg. We krijgen veel hulp van het epilepsiecentrum Kempenhaeghe in Heeze waar Frank verblijft en zij steunen ons in het dieet en de orthomoleculaire middelen. De tumor blijkt niet verder te groeien.
Echter in augustus 2000 komen we toch weer in de problemen. De tumor is niet gegroeid, dat kan dus het probleem niet zijn. Zijn ventrikels zijn erg vergroot, er zit vocht dat blijkbaar niet weg kan en dat geeft erg veel druk in zijn hoofd.
Hij gaat steeds slechter lopen, reageert steeds trager en zegt uiteindelijk nog nauwelijks een woord. Men overweegt weer een operatie om dat wat er nog zit van die tumor weg te halen en een drain aan te leggen. Echter, wat blijkt (d.m.v. een ruggemergpunctie), het hersenvocht is ontzettend stroperig, zodat het aanleggen van een drain zinloos zou zijn.
Er gaat wat tijd overheen en met Frank gaat het erg slecht.
De verwachting is dat hij op den duur zo zal insukkelen.
Toch wordt er in het AZU nog steeds over nagedacht en de chirurg wil het er toch op wagen, in de hoop dat als de resten van die tumor weg zijn, dat het hersenvocht zich ook zal herstellen.
Zo'n tumor scheidt namelijk ook stoffen af.
In februari 2001 volgt dus een derde hersenoperatie na vanaf augustus 2000 nauwelijks nog te hebben geleefd.

Het onderzoek na de tweede operatie wees uit dat het nu vnl. ging om een astrocytoom graad 4 en in medische brieven lees ik over glioblastoma multiforma.

Het is nu inmiddels weer 4 jaar later en de derde hersenoperatie is net achter de rug.
De operatie slaagt, het gaat allemaal vrij vlot en al na een uur of drie/vier spreek ik de chirurg die erg tevreden is over hoe het gegaan is.
Ik ben ontzettend opgelucht, want je begint je zo langzamerhand wel af te vragen wat een mens nog kan doorstaan. Vlak na de operatie was Frank helderder dan ooit en het geeft mij dus een enorm goed gevoel. Maar dan komt het. Na verloop van tijd raakt hij volkomen in de war, slaat wartaal uit, heeft rare hallucinaties en ga zo maar door.
Natuurlijk, dat kan, na de narcose, de morfine ...
Maar ... het zou tien dagen gaan duren. Ik hoor allerlei dingen die hij tegen mij zegt, zoals dat hij onder de trein zou zijn gekomen, waardoor zijn hoofd is verwond of op een ander moment zegt hij dat de dokter over zijn draden struikelde waardoor zijn hoofd er nu af is en nog veel meer van deze dingen. Maar wat er ook steeds tussendoor komt in deze verwarring zijn opmerkingen als: "Daar (wijst naar de binnenplaats waar het raam op uitkijkt) liggen allemaal schedels, daar gooien die dokters alle schedels neer." Op een ander moment zegt hij plotseling: "De Duitsers komen." En zo op de tiende dag komt er ineens een doorbraak en hij zegt tegen mij: "Willem Alexander is mijn grootvader." Ik zeg tegen hem: "Zo ... dus jij bent van Koninklijke bloede ... " En dan ineens begint hij onbedaarlijk te lachen en ziet het gekke ervan in.
Sinds dat moment gaat hij weer met sprongen vooruit.
Ontslag uit het ziekenhuis.
Frank is weer helder, hij kan praten en kleine stukjes lopen. Na een week gaat het ineens weer mis, loopt weer slechter, praat nauwelijks. Ik schrik me rot en denk: "Drain nu al verstopt." Maar hoe dan ook, na een week knapt hij weer op en dan gaat dit nog een tijdje zo op en neer.
Uiteindelijk worden de periodes langer en nu is het al meer dan een half jaar goed (november 2001).
De tumor bleek vnl. een cyste te zijn en resten van een oude bloeding, er werden ook veel dode cellen gevonden. Bij pathologisch onderzoek kon men geen kwaadaardige cellen meer vinden. Men houdt een slag om de arm, het zou mogelijk een "sampling error" kunnen zijn, (net het verkeerde stukje dat werd onderzocht).
Maar hoe dan ook, ik hoop dat het nu goed blijft. Het risico is altijd daar.
Het aantal epileptische aanvallen is na deze operatie en aanleg van een drain drastisch verminderd,ook daarvan kan ik alleen maar hopen dat het zo zal blijven.

Terug in de tijd.
De foto's achter in het album zijn weg.
Mijn vader overleed de dag voor kerst 1999.
En ik ging op zoek naar juist die foto,s, mede naar een klein schilderijtje, geschilderd bij ons thuis van het aquarium, door Anda.
Ik "zie" het zo voor me, op een beetje trieste regenachtige zondagmiddag heeft ze dat gemaakt, zittend op haar knieën voor het aquarium.
Ook het schilderijtje is weg.
Het enige tastbare dat er nog was, weg .....
Ik herinner me nu dat mijn vader ooit zei dat er een mevrouw was, haar naam kwam na enig zoeken weer in mijn geheugen en een vriend van mijn vader wist waar zij woonde, die een boek over Anda wilde schrijven. Zij was toentertijd een medestudente in de medicijnen van Anda, studeerde zelf af en is inmiddels een dame van in de tachtig. Ik heb haar inmiddels ontmoet en inderdaad was het daar waar de tastbare dingen van Anda naar toe waren gegaan.
Ik hoop heel erg dat zij haar boek nog zal schrijven zodat ik het kan lezen.
Ik weet eigenlijk niet wie haar beter kent, zij of ik, die altijd als getroffen naar haar foto keek.
Anda, ze raakt me zo, wie vertelt haar "echte" verhaal ...

We gaan weer een beetje vooruit in de tijd.
Anda werd in St. Cloud in Frankrijk geboren en ging dus als kind met haar ouders naar Indonesië op West Java. Ik weet niet precies wanneer, daarvoor weet ik te weinig van haar.

Op 8 oktober 1949 werd ik geboren.

Voorjaar 1955.
Ik sta met mijn moeder (foto) op een trappetje waarmee je een vliegtuig instapt.
BIAK, staat erop.
Wij gaan in het voormalige Nederlands Nieuw Guinea wonen, nu Indonesië dus.
Ik heb geen flauw idee, maar ik stap dat vliegtuig in en reis naar de andere kant van de wereld. Het is als dat kleine torretje dat je van de tafel pakt en vervolgens ergens achter in je tuin neerzet, waar het kleine dier rustig verder wandelt.
Zo verging het mij.
Ik leefde nog in mijn eigen wereld, vervolgens wordt je opgepakt en in een niet veel afwijkende oerwereld teruggeplaatst. Voor mij weinig verschil.
Ik leefde rustig verder, zo te midden van een wereld die niet ver af staat van het stenen tijdperk. De wegen zijn nog niet verhard en met die tropische regenbuien zijn er allemaal kuilen waarin het water staat.
Verder dan 20 kilometer onverharde weg is er niet.
De mensen lopen hier met een lendendoekje om en met grote messen.
Mijn vader leert mij al snel zwemmen, hij kent geen pardon en laat mij spartelen terwijl hij mij aan mijn broekje vasthoudt. Binnen een week zwem ik.
Dan vervolg ik mijn oerleven tot aan mijn tiende jaar.
Elke dag loop ik naar het kleine strandje met de bomen, het water is zo warm als ik, binnen, buiten, het maakt geen verschil ...

Dan plotseling (ik weet niet meer precies wanneer, (1956/1957) wordt mijn leven wreed verstoord.
Er stort een vliegtuig neer in de buurt van Biak, in zee.
Het wordt voor de plaatselijke radio verteld. Mijn God, er zitten mensen in die wij kennen. Wat me nog het ergste schokt, is dat een jongetje uit mijn klas is omgekomen. Zijn naam is Cor Leiker.
Hij heeft nog vier broertjes en zusjes en een vader en een moeder, allemaal dood, behalve de vader. Ik zie hem nog zitten, daar voor in de klas en hoor nog zijn zo kleine stem.
Dan komen de verhalen, de verhalen van overleven.
Een andere familie, vader, moeder en 4 kinderen waarvan de jongste nog maar net had leren zwemmen. Van mijn vader hoor ik hoe zij het allemaal hebben overleefd.
De vader zorgde voor de moeder, al zwemmend hield hij haar vast totdat er redding kwam (zij was bewusteloos) en terwijl hij zijn vrouw in zijn armen hield, bleef hij zijn kinderen motiveren het niet op te geven, zwemmen, zwemmen en niet opgeven.
En dan het "rare" verhaal van de vrouw die een uur voordat het vliegtuig vertrok had geweigerd in te stappen, van lieverlee stapte haar familie ook niet in.
Vanaf dat moment weigerde ik nog ooit in een vliegtuig te stappen, hoewel we ook nog een keer naar Nederland terug zouden gaan.

Nu ik terugkijk in een toch wel vreemd verleden realiseer ik mij dat het bijna lijkt of ik een beschrijving geef van wat we een "vorig leven" zouden kunnen noemen.
Een verre herinnering van iets dat niet in mijn leven van nu heeft plaatsgevonden, (in zekere zin is dat misschien ook wel zo) maar de realiteit is anders, de foto's in mijn fotoalbum getuigen daarvan.

Ik ga nu even in sneltreinvaart door, hoewel er natuurlijk zoveel valt te vertellen, de koralen, de vissen, het tropisch regenwoud, de schipbreuk die we leden toen we met onze prauw op stap gingen en nog veel meer. Een wereld om nooit te vergeten.

We gaan terug naar Nederland, het zal ergens september 1958 geweest zijn.
Dit keer reizen we per boot (ik weiger immers een stap in het vliegtuig te zetten).
Eerst met een kleinere boot tot Singapore, waar wij een week blijven.
Daarna op dat hele grote schip met de naam Sibajak.
Op 11 november van dat jaar komen wij in Rotterdam aan.
Ik weet die datum nog precies omdat het de dag van St. Maarten is,
de dag waarop ik vroeger met een lichtje liep.
Het is ijzig koud en guur en ik heb nauwelijks kleren aan. Mijn oma staat al klaar met een veel te grote wollen jas die in mijn nek prikt.
Ze dacht zeker dat ik inmiddels groter was .....

Vanaf die dag was "Mijn Paradijs" voorbij.
Er was nog wel "binnen", maar buiten was het zo verschrikkelijk anders ...
Verstoten uit het Paradijs ...

Ik ga verder met mijn verhaal en ga weer even naar een ander punt in de tijd

Het is woensdagochtend, 15 november 2001.
Ik zit hier achter de computer en schrijf een verhaal.
Mijn verhaal ? Frank zijn verhaal ? Anne en Agnes Surie hun verhaal ?
Anda haar verhaal ...
Ja, ik schrijf Anda haar verhaal, het verhaal dat mij het meeste raakt, een verhaal met zulke grote gevolgen ...
Een geschiedenis, een verhaal dat niet op zichzelf staat, een verhaal van alle tijden ...
Anda geeft ons een boodschap.
Ze zou het ons zeker zelf verteld hebben, ze schreef immers altijd al zo veel ...
Mijn zoon ... een hersenontsteking
Mijn zoon ... een hersentumor

Anda, mijn lieve, lieve meid
Hoe kan ik jou vergeten ...

Ik heb nog enkele geschriften. De volgende tekst komt uit het Gedenkboek, Vrouwelijke Studenten Vereniging Magna Pete en uit het boek: De nadagen van het verzet. Er wordt daar nog geschreven:
In het afgelegen en vrij woeste gebied op West Java was er voor Anda alle gelegenheid haar liefde voor de natuur te ontwikkelen. Deze uitte zich in een uitgesproken invoelingsvermogen voor alle levende wezens, dat haar tot het vegetarisme deed bekeren. Anda was het op dit punt van jongs af aan oneens met haar vader, een enthousiast jager. Zoals Anda al als jong meisje de conclusies trok uit haar dierenliefde en een heel andere opvatting dan haar vader had over de jacht, zo trok zij die conclusies ook toen zij aan haar studie medicijnen was begonnen.
Ook schrijft zij een artikel over "de morele waarde der wetenschappen en de plaats van de mens."
In dit artikel eindigt Anda met een zin die haar later handelen zou bepalen:
"Wat niet mag, mag niet, welke de prijs ook zij !" Een zin waarin zij in vette letters en buiten het eigenlijke stuk nog toevoegde: "Ook de vivisectie mag niet !!"
Haar artikelen bleven niet onweersproken, maar ze werd niet begrepen.
Met name het artikel "een psychoanalyse" waarin ze een poging deed het antisemitisme in Duitsland te verklaren, kwam haar op de beschuldiging van verwardheid te staan en zelfs werd haar verweten zich zelf aan anti-semitisme schuldig te maken. Maar de schrijfster bleef altijd recht uitkomen voor haar mening en liet zich daar niet van afbrengen. Zij laat zich daarbij kennen als een vurig, maar strijdbaar pacifiste:
"Geen tyran zal mij kunnen dwingen, hem te gehoorzamen maar evenmin om moreel zelfmoord te plegen door tegen hem of zijn slaven strijdmethoden te gebruiken die ik verafschuw." Haar laatste artikel eindigt min of meer met een profetische zin: "Wie zijn leven kan wagen voor de militaire verdediging, kan het ook wagen voor de pacifistische verdediging."

Alvorens verder te gaan met een ander punt in de tijd wil ik nog een stukje verder schrijven over dat wat ik lees in het artikel dat voor mij ligt.

Anda's illegale vlugschriften over "ethica" die zij zelf rondbracht, zijn grotendeels verloren gegaan. Een wel bewaard gebleven brief getuigt ervan hoezeer haar oude liefde voor de natuur is gebleven, maar nu definitief ondergeschikt is gemaakt aan haar zo vaak tot uitdrukking gebrachte persoonlijke verantwoordelijkheidgevoel voor alle levende wezens.
"Graag zou ik eindeloos vertoeven in het paradijs van ongerepte natuur, maar ik kan en mag de slachtoffers daarginds niet aan hun lot overlaten. Dan ga ik weer naar de stad en protesteer tegen de armoede, de onderdrukking en de kleinzielige onderlinge afgunst en agressie."
Op 27 december 1944 werd Anda in het huis van de familie Hendriks (mijn ouders dus) gearresteerd door de S.D. Uit het door Hendriks (mijn vader) vertelde verhaal van deze arrestatie werd uit de woorden "nu rustig katjang", al meteen het racisme duidelijk, dat Anda's lijden tijdens haar gevangenschap ernstig zal verzwaren.
Ondanks de niet leidinggevende rol die Anda in de groep de Groot speelde, werd zij tijdens haar gevangenschap met uitzonderlijke grote agressie en wreedheid behandeld.
De benaming katjang of halfbloed zou daarbij nog vaker vallen. Ook in de gevangenis bleef Anda, die zich zeer zorgzaam ten aanzien van haar lotgenoten toonde, haar gedachten over een rechtvaardige wereld onder woorden brengen. Eén van haar celgenoten, mevrouw de Clercq Zubli, schreef kort na de oorlog: "Wie naar haar woorden luisteren kon, bemerkte, dat haar ideeën doorleefd en zelfstandig doordacht waren. Onder haar celgenoten konden dat slechts enkelen. Vrijwel allen, zo ook ik, waren meestal te veel in beslag genomen door het nadenken over de eigen situatie en door het peinzen over de handigste antwoorden bij het komende verhoor, om geheel open te kunnen staan voor wat zij te zeggen had.
Anda, wier geest merkwaardigerwijs steeds actief bleef, zette haar behoefte om haar denkresultaten op schrift te stellen om in mondelinge uitingen. Maar een lange redenering was voor velen te vermoeiend.
Van wat er in haar geest leefde, heb ik ook steeds brokstukken opgevangen en behouden.
Hoewel Anda zelf haar mond hield, werd uiteindelijk, nadat de leiders, Gerrit Boekhoven en Dinie Aikema op 12 januari waren gearresteerd, vrijwel de gehele groep de Groot opgerold.
Anda's halsstarrig zwijgen en haar ook in deze barre omstandigheden opvallend teruggetrokken houding, dreef de beulen tot razernij en Anda werd aan bijzonder zware martelingen onderworpen.
Toen de bevrijding naderde, waren haar beulen bang voor de wraak van Anda zelf of voor een zware straf na afloop van de oorlog. het was een vrees die mede leidde tot de beslissing deze vreemde oosterse vrouw te executeren.
Op 19 maart werd Anda, samen met Gerrit Boekhoven, op een landweg bij Harenermolen vermoord en samen met haar in één kuil begraven. Diny Aikema werd 4 dagen later gedood.
Het voltallige Magna Pete bestuur was aanwezig bij de ter aarde bestelling van de opgegraven stoffelijke resten op de Noorderbegraafplaats op 22 juni 1945.

In het Akademiegebouw in Groningen is een gebrandschilderd raam met daarin een portret van Anda Kerkhoven.

Tot zover over Anda.

Ik denk dat ik een beetje aan het einde kom van mijn verhaal.
Niet dat ik niet door kan gaan met al die punten in de tijd, al die herinneringen, maar ik heb nu het gevoel dat ik dat op papier heb staan waarmee ik het beeld dat ik voor ogen heb, in woorden heb neergezet.
En dan wil ik ook eindigen met dat waarmee -het- in mijn leven begon.
Namelijk mijn zoon.
Ik eindig dan ook met een gedicht dat hij voor m,n moeder schreef, een paar maanden na haar dood.

Het leven is als de dood
Een grote strijd
Iedereen staat daarbij in het krijt
Welk wezen dan ook
Ben je nou een mens of een dier
dood gaan we allemaal
einde verhaal.

Het leven is als een rivier
Een rivier is net als een dier
en stroomt
Een mens droomt
Het stroomt verder tot aan het eind
waar het bij de horizon verdwijnt

Het leven is als een vuur
het zal laaien en het zal doven
net zoals de zon is er een bron
De bron van het leven
Waar ieder mens onbewust naar zal streven.

Het leven is als energie
Energie is een kolibrie
Energie is een mens
De mens is een stuk gevoel
van alles wat er is op aarde.
In het heelal zal alles veranderen.
De mens is een emotie
de mens is meer dan dat
waar ik het in dit gedichtje over had.

Frank, zaterdag 1 oktober 1994 (13 jaar toen)


Slotbeschouwing.

Iemand vroeg mij: "Hoezo ? In het heelal zal alles veranderen ?"
Als je bedenkt dat dit gedicht voor mijn moeder werd geschreven die overleden was, kun je je voorstellen dat er Alles in het Heelal veranderde.
In het gedicht komt duidelijk naar voren dat Frank alles als energie beschouwt en als zodanig is Alles aan voortdurende verandering onderhevig.
Er verdwijnt niets, er komt niets bij, nee alles verandert steeds.
Steeds weer een Herschikking, een Schepping en een mogelijke Herhaling.

De boodschap van Anda: álles, elke gedachte, elke daad, heeft een zo verstrekkend gevolg voor alle leven dat na ons komt.
Dit is het verhaal dat ik wel moest schrijven omdat dit alles op mijn pad kwam.
Agnes en Anne Surie, Frank met zijn oorlogsverleden in zijn geest.
Anda die daardoor in mijn leven kwam, maar eigenlijk altijd al in mijn leven heeft bestaan.
De liefde waar zij voor stond en nog steeds voor staat.
De wraak van Anda waarvoor werd gevreesd, bestaat niet.
Zij kwam ongeschonden uit deze oorlog door haar Liefde voor alles wat leeft.

Maastricht, 6 november 2001.

Søren Kierkegaard zei:
"Het leven kan alleen achterwaarts worden begrepen,
maar moet voorwaarts worden geleefd".
En zo ging het met dit verhaal ......

HOME